15 augustus 2021 | Mary Span | Evolutiegids
Wood Wide Web:
Er is geen IK in het bos, alleen het sociale WIJ
De mens is onmiskenbaar de oorzaak van bosbranden, droogte, overstromingen, kaalslag, zeespiegelstijging en stijging van de temperatuur. Kortom, de afbraak van het ecosysteem is volop gaande. Volgens Suzanne Simard, hoogleraar Bosecologie en leider van het Mother Tree Project co-evolueren ecosystemen om zichzelf te kunnen genezen, bossen en mensen ook. Maak kennis met het Wood Wide Web.
Onderzoek heeft aangetoond dat er zich onder elk bos en hout een complex ondergronds web van wortels, schimmels en bacteriën bevindt die bomen en planten met elkaar verbinden. Dit ondergrondse sociale netwerk, bijna 500 miljoen jaar oud, staat bekend als het Wood Wide Web.
Al decennia lang zagen we het om ons heen: bossen werden gekapt en de aarde moest worden ontdaan van zoveel mogelijk vegetatie om plaats te maken voor het planten van monoculturen van de meest winstgevende bomen, netjes verdeeld in symmetrische rasters. Niet alleen is het wandelen in dit soort bossen oersaai, de bossen worden meer vatbaar voor hitteschokken, watertekorten en ziektes.
In 1980 keek een vrouw uit Canada die in dienst was van de bosbouwindustrie naar de vergeelde en afstervende jonge boompjes en vroeg zich af: waarom leken deze bomen in deze sysmmetrische rasters en verwijderd van alle concurrentie om hulpbronnen, het slechter te doen dan de bomen die nog moesten groeien tussen allerlei concurrenten in het wilde bos? Haar naam: Suzanne Simard.
In het Wood Wide Web praten bomen met elkaar.
Ze wist al op jonge leeftijd over de rijke wereld van schimmelverbindingen die net onder de bovenste laag van rottende bladeren van het bos leefde, een vertakkend universum van talrijke paddenstoelen en uitgestrekte ondergrondse structuren waarvan iedereen het erover eens was dat ze mooi en geweldig waren. Ze werkte in de houtindustrie, zag de kaalslag en de dorre bodem, en stapte over naar het British Columbia Ministry of Forests om daarna te gaan werken in de academische wereld. Nu is ze hoogleraar Bosecologie aan de Universiteit van British Columbia, onderzoeker naar schimmel- en myceliumnetwerken, spreker en auteur. Het werk van Simard leidde tot een revolutionair uitgangspunt: dat het bos een beetje lijkt op een sociale samenleving waarin wederzijdse hulp vanzelfsprekend is.
De kracht van haar onderzoek zit niet alleen in de ontdekkingen die ze doet, maar we zien ook dat ze keer op keer wordt geblokkeerd door boswachters, ecologen en bureaucratie. Ze heeft echter de moed om nieuwe alternatieven voor co-evolutionair bosbeheer te zoeken.
De sociale netwerken van het Wood Wide Web
worden in kaart gebracht.
Haar nieuwe aanpak schuilt voornamelijk in een andere manier van kijken naar bossen, naar bomen en hun onderlinge samenhang. Het bos kan beter worden gezien als een superorganisme in plaats van een aantal onafhankelijke individualistische bomen. “Een boom communiceert voortdurend”, zegt Simard. “Door gesprekken die over en weer gaan, verhogen de bomen de veerkracht van de hele gemeenschap.” En in de meeste gevallen komt de hulp van moederbomen of oudere bomen. Door een reeks rigoureus geplande en uitgevoerde experimenten ontdekte Suzanne Simard dat jonge boompjes niet alleen voedingsstoffen halen uit schimmelwebben in de grond waarmee ze rechtstreeks verbonden zijn, maar dat verschillende soorten bomen via grote moederbomen middelen naar elkaar kunnen transporteren en dat ze niet alleen waarschuwingen afgeven maar ook voeding en water. Ze noemde het ‘t Wood Wide Web.
Haar onderzoek had grote impact en veroorzaakte een rimpeleffect. Niet alleen was er grote interesse bij verslaggevers en het academische establishment, maar ook bij gewone mensen over de hele wereld.
Bomen groeien graag samen.
Eigenlijk maken we bossen ziek door planten eruit te halen die nodig zijn om het ecosysteem in stand te houden. Het bos wordt gecommercialiseerd en de mens hanteert daarbij een reductionistische aanpak. Daardoor worden alle opgebouwde schimmelnetwerken vernietigd en ook het fijnmazige ecosysteem, essentieel voor een gezonde natuur. Maar nog belangrijker: Suzanne Simard zag in dat de evolutie van het bos een vorm van co-evolutie is. “Er zijn plantenverenigingen”, zegt ze. “Ze groeien graag samen, net als mensen.”
Helaas denken bosbouwers nog veel volgens het oude model van reductionisme. We proberen nog steeds bomen te laten groeien die lang en dominant zijn, omdat ze in de toekomst goederen zullen opleveren. Dat mechanisme is nog steeds dominant in de bosbouw. We voelen ons afgescheiden van het leven op aarde en denken als mens superieur te zijn aan de natuur. Dit principe is terug te vinden in onze religies, onze onderwijssystemen en onze
economische systemen. Het is alomtegenwoordig. Maar we zijn slechts een deel van de wereld, we zijn een co-evoluerend deel van de natuur.
De veerkracht van het Wood Wide Web doet het ‘m.
Daarom startte Suzanne Simard het Mother Tree Experiment, omdat ze begreep hoe intellectueel en diep het bos verbonden was. Ze ziet het Mother Tree Project als een verkenning van hoe we ons respect voor de wijsheid en intelligentie van het bos kunnen herwinnen en hoe we kunnen helpen onze relatie met de natuur te herstellen. Daarbij roept ze regelmatig de wijsheid van inheemse mensen in. Want als geen ander hebben zij weet van het
co-evoluerende principe van het leven en weten hoe daar het beste mee om te gaan. Hun wetenschap is immers gebaseerd op eeuwenlange observatie. Zij wisten bijvoorbeeld al dat er schimmelnetwerken in de grond zaten.
De bosbouwindustrie ziet intussen van een afstand toe en wacht de resultaten af. We hebben nog maar een paar procent van onze oorspronkelijke oerbossen over en de bosbouwwereld heeft nog weinig plannen om alternatieve en co-evoluerende bossen te creëren. We staan nu aan de vooravond van de ineenstorting, maar volgens Simard hebben we nog steeds een keuze om anders met de natuur om te gaan.
Bossen geven een inheems thuisgevoel.
Ik denk dat er veel oude kennis is die we hebben genegeerd, dat we onze hulpbronnen goed moeten beheren, en dat we moeten luisteren naar onze inheemse wortels. Het betekent dat we onze lens van hoe we naar de wereld kijken moeten schoonmaken en dat we de werking van de natuur niet moeten negeren. Ik denk dat we terug moeten naar holistisch denken, voelen en handelen. Diversiteit is belangrijk, en alles in het universum is verbonden, tussen de bossen en de prairies, het land en het water, de lucht en de bodem, de geesten en de levenden, de mensen en alle andere wezens. We moeten af van het scheidingsdenken en het mortaliteitshandelen.
Ik denk niet dat de technologie onze aarde zal redden, maar dat we acht moeten slaan op het feit dat we één zijn. Want alle verbindingen creëren welvaart en heling. We dienen onze intuïtie weer te gebruiken en te vertrouwen op de inheemse kennis. Ik denk dat het belangrijk is dat mensen ernaar gaan handelen.
AUTEUR MARY SPAN | ©DOESPLUSGIDS | 210815
Trendjournalist/publicist en auteur van het boek Zinvolle [W]evolutie.
Hou ervan je te inspireren en te activeren voor zinvolle evolutie
in leven en werk, bouwend aan een wereld van nieuwe mogelijkheden.
De natuur als tempelruïne
Het grote uitsterven vormt een angstwekkende verarming van het leven op aarde. Help de planeet te overleven!
Symbiotische systemen op aarde
Schimmelnetwerken verdwijnen in alarmerend tempo. Nu worden ze in kaart gebracht.